-
1 om hulp roepen
-
2 om hulp roepen
om hulp roepen -
3 om hulp roepen
гл.общ. звать на помощь -
4 iemand te hulp roepen
iemand te hulp roepenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand te hulp roepen
-
5 hulp
♦voorbeelden:medische hulp • medical assistancede reddingsboot hield zich gereed om hulp te verlenen • the lifeboat was standing by (to render emergency assistance)hulp vragen • ask for help/assistanceom hulp roepen • call (out) for helpiemand te hulp komen • come to someone's aidiemand te hulp roepen • call for someone's helpiets zonder hulp doen • do something without anybody's helpeerste hulp (bij ongelukken) • first aid -
6 roepen
2 [oproepen] call♦voorbeelden:schande roepen over iets • be outraged by somethingeen roepende in de woestijn • a voice (crying) in the wildernessvelen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren • many are called, but few are chosenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [in een toestand brengen; door roepen wekken] call3 [bij opbod verkopen] auction (off)♦voorbeelden:1 een dokter/de politie roepen • call a doctor/the policeiemand op het matje roepen • carpet someonede ober roepen • call the waiteriemand voor de rechter roepen • summons someoneje komt als geroepen • (you're) just the person we needik zal je om zeven uur roepen • I'll call you at seven♦voorbeelden:2 om hulp roepen • call/cry (out) for helpdat kind roept om zijn moeder • the child is calling for its mother -
7 roepen
1 [op luide toon meedelen; schreeuwen] crier2 [oproepen; ontbieden; dringend vragen] appeler♦voorbeelden:de dokter laten roepen • envoyer chercher le médecindaar voel ik mij niet toe geroepen • ça ne m'attire pas spécialementom hulp roepen • appeler à l'aidedat kind roept om zijn moeder • cet enfant appelle sa mèredat roept om wraak • cela crie vengeancealles roept ons tot kalmte en beraad • tout nous incite au calme et à la réflexionGod heeft hem tot zich geroepen • Dieu l'a rappelé à Luije komt als geroepen • tu tombes à pic -
8 roepen
(раз)будить; вызвать; куковать; призвать к себе; подозвать к себе; кликать кликнуть* * **2) звать, призывать (om, tot — к)om hulp róepen — звать на помощь
3) послать (за кем, чем)* * *гл.общ. je komt als geroepen - ты пришел кстати, кричать, призывать, звать, вопить (от, over-о), приглашать (от, tot-к; in-в) -
9 zapomagati
hulp roepen -
10 cry for help
om hulp roepen -
11 call out
n. nummer letter of symbool gebruikt om de aandacht te trekken naar een bepaald gedeelte van een illustratie--------v. om hulp roepen,roepencall out1 uitroepen ⇒ een kreet slaken, een gil gevenII 〈 overgankelijk werkwoord〉4 oproepen ⇒ naar boven brengen, teweegbrengen -
12 call
n. roep; telefoontje; visite, bezoek; bel; uitnodiging; aanklacht; moeten--------v. roepen; schreeuwen; uitnodigen; telefoneren; bezoekencall1[ ko:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 〈 benaming voor〉 signaal ⇒ 〈 leger〉 verzamelsignaal 〈op bugel e.d.〉; 〈 jacht〉 hoornsignaal; (met lokfluitje) nagebootste dierenroep; 〈 brandweer〉 alarm4 (kort/formeel/zakelijk) bezoek5 beroep ⇒ aanspraak, claim6 oproep(ing) ⇒ sommatie, roep(ing); appel, voorlezing van presentielijst 〈 school, parlement e.d.〉; 〈 geldwezen〉 oproep tot aflossing van een schuld, aanmaning7 reden ⇒ aanleiding, noodzaak, behoefte10 telefoontje ⇒ (telefoon)gesprek, belletje♦voorbeelden:within call • binnen gehoorsafstandpay a call on someone • iemand een kort bezoek brengen, bij iemand langsgaanthe actors received a call for eight o'clock • de acteurs moesten om acht uur ophave at/on one's call • tot zijn (onmiddellijke) beschikking hebben〈 geldwezen〉 money at/on call, loan on call • callgeld, daggeldleningthere's no call for you to worry • je hoeft je niet ongerust te makenthere's not much call for figs • er is niet veel vraag naar vijgen→ close close/————————call21 (even) langsgaan/komen ⇒ (kort) op bezoek gaan, aanwippen; stoppen 〈 op station〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 call by • (even) aan/binnenwippenplease call in this afternoon • kom vanmiddag even langs alsjeblieftdo call round again • kom vooral nog eens langsthe ship calls at numerous ports • het schip doet talrijke havens aan3 roepen 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ zijn roep uiten 〈 van vogel〉; lokken 〈 door nabootsing van dierengeluid〉; 〈 in het bijzonder〉 ritmisch roepen 〈 instructies〉; bij dans♦voorbeelden:call (something) (out) to someone • iemand (iets) toeroepenEdith will call (you) tonight • Edith belt (je) vanavondduty calls (me) • de/mijn plicht roept4 did Joan call (hearts) at all? • hééft Joan wel (harten) geboden?1 afroepen ⇒ oplezen, opsommen3 afkondigen ⇒ bijeenroepen, proclameren4 wakker maken ⇒ wekken, roepen7 het houden op ⇒ zeggen, (een bedrag) afmaken op♦voorbeelden:call to witness • als getuige oproepencall down/in/over • (naar) beneden/(naar) binnen/bij zich roepencall a meeting • een vergadering beleggen/bijeenroepenhow can you call yourself my friend? • hoe kun je beweren dat je mijn vriend(in) bent?call someone a liar • iemand uitmaken voor leugenaaryou call that hard? • noem/vind je dat moeilijk?call (something) one's own • (iets) bezitten, (iets) zijn eigendom (kunnen) noemen〈 informeel〉 what d'you call it? • hoe-heet-het-ook-weer?, dingesbe called after one's grandfather • vernoemd zijn naar zijn grootvadercall away • wegroepencall forth • oproepen, (naar) boven brengencall forward • naar voren roepen -
13 aide
aide [ed]I 〈m., v.〉1 hulp ⇒ assistent(e), maat♦voorbeelden:aide de laboratoire • laborantaide familiale • gezinsverzorgster, -hulpaide maternelle • kinderverzorgsteraide ménagère • hulp in de huishoudingaide soignante • ziekenverzorgsterII 〈v.〉1 hulp ⇒ bijstand, steun♦voorbeelden:aide au retour • vertrekpremieaides audio-visuelles • audiovisuele hulpmiddelenapporter, prêter son aide • hulp verlenenappeler qn. à son aide • iemand te hulp roepenà l'aide! • help!à l'aide de • met behulp van, metvenir en aide à qn. • iemand te hulp komen1. fhulp, bijstand, steun2. m/fhulp, assistent/-e3. aide-adjhulp-, bij-, assistent- -
14 crier
crier [krie.ee]1 schreeuwen ⇒ gillen, roepen3 piepen ⇒ knarsen, kraken, krassen6 luidkeels verkondigen ⇒ zich luidkeels beklagen (over), luidkeels protesteren (tegen)♦voorbeelden:crier comme un sourd • hard schreeuwencrier comme un putois, un veau • schreeuwen als een oordeel, als een gekII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 schreeuwen ⇒ roepen, roepen om4 uitventen ⇒ venten met, omroepen♦voorbeelden:crier vengeance • om wraak schreeuwen, roepenv1) schreeuwen, roepen (om)3) piepen, knarsen4) vloeken [kleuren]5) kraaien, huilen8) uitventen -
15 secours
secours [səkoer]〈m.〉1 hulp ⇒ bijstand, ondersteuning, steun♦voorbeelden:premiers secours • eerste hulpsecours publics • overheidssteunaller, courir au secours de qn. • iemand te hulp schietenappeler, crier au secours • om hulp roepenêtre d'un grand secours • zeer nuttig zijnporter, prêter secours • hulp bieden, verlenenau secours! • help!secours aux noyés, aux blessés • drenkelingen-, gewondenhulp¶ de secours • nood-, hulp-roue de secours • reservewielsortie, issue de secours • nooduitgangporte de secours • branddeurposte de secours • eerstehulppost1. mhulp, steun2. m pl1) hulpgoederen2) hulptroepen -
16 appeler
appeler [aaplee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 roepen2 oproepen3 opbellen4 noemen5 benoemen ⇒ roepen (tot), bestemmen (voor)6 verlangen ⇒ noodzaken, met zich brengen♦voorbeelden:appeler le médecin • de dokter laten komenappeler qn. • iemand (aan)roepenappeler à l'aide, au secours • om hulp roepenappeler qn. ( au téléphone) • iemand opbellenappeler qn. en justice • iemand voor het gerecht dagenappeler qn. par son prénom • iemand bij zijn voornaam noemenappeler les choses par leur nom • het kind bij de naam noemenêtre appelé à 〈+ onbepaalde wijs〉 • bestemd zijn (om), geroepen worden (tot), genoodzaakt zijn (om)appeler qn. à une fonction, à un poste • iemand benoemen op een postelle est appelée par sa fonction à beaucoup voyager • haar functie zal met zich meebrengen dat ze veel moet reizenune riposte en appelle une autre • het ene weerwoord lokt het andere uitappeler l'attention de qn. sur qc. • iemands aandacht op iets vestigen♦voorbeelden:1 comment t'appelles-tu? • hoe heet je?voilà ce qui s'appelle parler • dat is pas duidelijke taalou je ne m'appelle plus X, aussi sûr que je m'appelle X • zowaar als ik leef, hier sta1. v1) noemen2) (op)roepen3) opbellen4) benoemen2. s'appelerv -
17 call up
-
18 herbeirufen
herbeirufen1 erbij roepen ⇒ te hulp roepen, laten komen -
19 nach
nach1〈 bijwoord〉♦voorbeelden:¶ nach und nach • langzamerhand, geleidelijk (aan)nach wie vor • nog altijd————————nach2〈voorzetsel + 3〉2 na 〈m.b.t. tijd〉3 na 〈m.b.t. plaats〉♦voorbeelden:ein Fenster geht, liegt nach dem Garten • een raam ziet uit op de tuinnach Hilfe rufen • om hulp roepennach allen Richtungen • naar, in alle richtingennach jemandem rufen • om iemand roepennach Wochen • weken daarna, lateres ist Viertel nach zehn • het is kwart over tienSchritt nach Schritt • stap na stapeins nach dem andern • het een na het anderbitte, nach Ihnen! • na u!4 meiner Ansicht, Meinung nach • naar mijn mening, volgens mijnach Diktat schreiben • onder, volgens dictaat schrijvennach Farben ordnen • per kleur ordenennach Gebühr • naar verdienstenach dem Gedächtnis • uit het geheugennach dem Gefühl • op het gevoel (af)nach unserem Geld • in onze muntetwas nach Gewicht verkaufen • iets bij 't gewicht verkopender Größe nach • in volgorde van grootteder Reihe nach • één voor één, om de beurtdem Sinn nach sagte er Folgendes • wat hij zei kwam op het volgende neerseiner Sprache nach • naar zijn taal te oordelenein Mann nach der Uhr • een man van de klok -
20 звать на помощь
vgener. om hulp roepen
Страницы
- 1
- 2